Evaluatie Garantieregelingen

evaluatie garantieregelingenOnlangs werd door de Algemene Rekenkamer een evaluatie garantieregelingen uitgevoerd. Dit als onderdeel van het Verantwoordingsonderzoek EZ 2014. Hierbij werden de bestaande garantieregelingen bedrijfsfinanciering Borgstelling MKB Kredieten (BMKB), Garantieregeling Ondernemingsfinanciering (GO) en Groeifaciliteit tegen het licht gehouden. Deze garantieregelingen beogen kredietverlening door banken te stimuleren. Dit om zogenaamde onderfinanciering van het bedrijfsleven te voorkomen. Het effect zou moeten zijn: een extra volume bedrijfsfinanciering door banken. Want sinds april 2008 neemt de jaarlijkse groei van de totale zakelijke kredietverlening aan niet-financiële bedrijven (grootbedrijf en MKB) in Nederland af. Sinds juli 2013 krimpt de kredietverlening.

Omvang van garanties

Eind 2014 had EZ voor 2,6 miljard euro aan garantieverplichtingen uitstaan via de garantieregelingen Borgstelling MKB kredieten, de Garantie Ondernemingsfinanciering en de Groeifaciliteit. Door het ministerie van Economische Zaken wordt verondersteld, dat de garantieregelingen totaal tot meer dan €8 mrd aan extra leningen aan het MKB hebben geleid. Dit in de evaluatieperiode 2009-2013.

Deze regelingen kosten de overheid natuurlijk geld: uitvoeringskosten en –helaas ook- aanspraken op garanties. Sinds 2009 hebben de garantieregelingen (zoals Borgstelling MKB Kredieten BMKB, Garantieregeling Ondernemingsfinanciering GO, Groeifaciliteit enz.) de Nederlandse overheid € 350 miljoen gekost. De vraag is dan ook terecht: hoe doelmatig werd dat geld ingezet.

Evaluatie Garantieregelingen

De Algemene Rekenkamer constateert in deze evaluatie garantieregelingen dat het ministerie van Economische Zaken (EZ) onvoldoende zicht heeft of de Borgstelling MKB Kredieten BMKB en Groeifaciliteit voldoende bijdragen aan extra bedrijfsfinanciering aan bedrijven. En bovendien constateert de Algemene Rekenkamer dat ministerie van Economische Zaken (EZ) onvoldoende zicht heeft op de oorzaken van deze onderfinanciering.

Onvoldoende duidelijk wordt hoeveel gezonde bedrijven met veelbelovende initiatieven zonder resultaat aankloppen bij financiers. En die daarna alsnog bedrijfskrediet ophalen met staatsgarantie. Voor de Garantieregeling Ondernemingsfinanciering is de analyse minder somber: vastgesteld werd dat 50% van de bedrijfsfinanciering via deze regeling additioneel is. Maar ja, dan blijft er wel een onduidelijke 50% over!

Doelmatigheid Garantieregelingen

Men zou kunnen veronderstellen dat de garantieregelingen vooral bijdragen aan het comfort van banken, terwijl dit toch onvoldoende een incentive is om extra bedrijfskrediet te verstrekken. En dat is vanuit de belastingbetaler gezien toch een minder doelmatige besteding van overheidsgelden.

Hoe dan ook is het spijtig dat bij deze evaluatie garantieregelingen het volume bedrijfsfinanciering en inzet van overheidsgelden onvoldoende inzichtelijk is. Hopelijk leidt dit niet tot een verschraling van de garantieregelingen. Want dat is voor het MKB een minder prettige uitkomst.